Waar werk je?
Je werkt als kraamverpleegkundige in een ziekenhuis of in een kraamkliniek. Je werkt op de kraamafdeling of de verloskamer. Het werk doe je onder leiding van een arts of een verloskundige.
Wat doe je?
Een kraamverpleegkundige is niet hetzelfde als een kraamverzorger. Het verschil is dat jij je bezig houdt met de verpleging en bevallingen in het ziekenhuis, terwijl de kraamverzorger thuis de bevallingen doet. Als kraamverpleegkundige heb je veel taken. Je steunt bijvoorbeeld de ouders zowel voor als tijdens de bevalling. Als het nodig is, stel je de moeder gerust. Het toedienen van medicijnen doe je alleen op advies van de arts. Verder controleer je de hartslag van moeder en kind, en knip je de navelstreng door. Eventuele complicaties signaleer je op tijd, en je schakelt een specialist in wanneer het nodig is. Het meten, wassen en wegen van de kind is een standaard klus, net zoals het controleren of alles aan de baby werkt, zoals organen en dergelijke. Je wast de moeder en geeft, indien nodig, informatie over borstvoeding. Ten slotte schrijf je een verslag van de bevalling. In dit verslag zet je ook alle informatie van de baby.
Wat moet je kunnen?
Je moet goed in teamverband kunnen werken. Je vindt het niet erg om op onregelmatige tijden te werken. Verder ben je stressbestendig en staat hygiene hoog in je vaandel. Sociale vaardigheden zijn belangrijk omdat je met veel verschillende mensen te maken krijgt. Bevallingen kunnen een grote impact hebben, daar moet je tegen kunnen.
Verwante beroepen
- Teamleider kraam- en gezinszorg