Mediamarkt - 15% korting verrekend in winkelwagen
05 december 2017
Datum:
20 november 2017
Dossiernr:
2017/00586
Uitspraak:
Afwijzing
Product / dienst:
Elektronische apparaten
Motivatie:
Misleiding Prijs(vermelding)
Medium:
Radio, Digitale marketing communicatie
De bestreden reclame-uitingen
Het betreft:
1) een radiocommercial waarin wordt gezegd dat men op maandag 24 juli 2017 15% korting krijgt op Sony televisies en fotocamera’s,
2) de website www.mediamarkt.nl voor zover op de homepage melding wordt gemaakt van de actie “15% korting op Sony tv’s, audio & foto*” en daarbij onder meer wordt meegedeeld: “Korting wordt verrekend in de winkelwagen”, alsmede de webshop op deze website waarin onder meer een “Sony a7 Body Zwart” wordt aangeboden voor € 970,-.
De klacht
Deze wordt als volgt weergegeven. Adverteerder maakt melding van 15% korting maar geeft deze korting niet. Het door klager gewenste apparaat wordt namelijk de dag na de actie voor dezelfde prijs aangeboden als tijdens de actie, te weten voor € 970,-. Dit is dezelfde prijs als de concurrenten van adverteerder hanteren. Nu adverteerder in werkelijkheid geen 15% korting geeft, zijn de uitingen in strijd met de waarheid.
Het verweer
De klacht is gebaseerd op een misverstand. Op de website staat dat de korting wordt verrekend in de winkelwagen. Dat betekent dat de korting van 15% in het koopproces van de prijs wordt afgetrokken. De prijs van het product dat klager wenste is dus op de website gelijk gebleven omdat de korting immers pas in het winkelwagentje werd verrekend en niet reeds op de productpagina. Van misleiding is op grond van het voorgaande geen sprake.
De nadere reacties van partijen
Partijen handhaven hun standpunten.
Het oordeel van de voorzitter
De voorzitter heeft als volgt overwogen en beslist:
“1) Klager maakt tegen de onderhavige uitingen bezwaar omdat adverteerder volgens hem niet de beloofde 15% korting geeft. Klager stelt dat gedurende de actie de in de webshop van adverteerder getoonde prijs voor een Sony camera ongewijzigd is gebleven (€ 970,-) en deze prijs bovendien gelijk was aan die van andere verkopers op die dag. De voorzitter oordeelt als volgt. Op zichzelf genomen is niet in geschil dat de prijs die gedurende de actiedag voor de camera in de webshop werd getoond niet is gewijzigd. Adverteerder stelt echter dat ‘in het koopproces’ de korting met deze prijs zou worden verrekend, te weten op het moment dat het product in de winkelwagen zou worden geplaatst, zoals ook op de homepage staat. Niet gesteld of gebleken is dat adverteerder geen korting zou hebben verleend indien klager het desbetreffende product in de winkelwagen zou hebben geplaatst. Voor zover de klacht is gebaseerd op de stelling dat in strijd met de reclame-uitingen geen 15% korting op de reguliere verkoopprijs werd gegeven, kan de klacht om die reden niet slagen. Op grond van hetgeen adverteerder stelt moet worden aangenomen dat zij tijdens de actie daadwerkelijk 15% korting gaf ten opzichte van de reguliere verkoopprijs die men in de webshop zag. Dit brengt mee dat de klacht tegen de radiocommercial, waarin reclame wordt gemaakt voor de actie met 15% korting, niet kan slagen. Evenmin treft de klacht doel tegen de homepage van de website nu daarop eveneens terecht reclame wordt gemaakt met 15% korting. Met betrekking tot de webshop, en dan meer in het bijzonder de pagina waarop de in de klacht omschreven camera werd aangeboden (de ‘productpagina’), oordeelt de voorzitter als volgt.
2) De webshop zelf noemt geen kortingsprijs en uitsluitend de reguliere prijs. Blijkbaar heeft klager het product niet in de winkelwagen geplaatst omdat hij in de onjuiste veronderstelling verkeerde dat de in de webshop getoonde prijs de prijs ná korting was. Indien adverteerder op de productpagina wel de prijs na korting zou hebben getoond, zou klager niet in verwarring zijn geraakt over de prijs van het product gedurende de actiedag. Om de prijs na korting te zien, dient de consument het product eerst in de winkelwagen te plaatsen. Derhalve wordt pas in het kader van het bestelproces, dat aanvangt met het plaatsen van het product in de winkelwagen, de uiteindelijke prijs getoond. Het is de vraag of een dergelijke wijze van het tonen van de uiteindelijke prijs voldoet aan de informatievoorschriften van artikel 8.4 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclame Code (NRC), zoals deze voorschriften in samenhang met de Prijzenwet dienen te worden uitgelegd, meer in het bijzonder artikel 2b Prijzenwet en artikel 3 lid 1 Besluit prijsaanduiding producten (vgl. HvJ 7 juli 2016, zaak C-476/14, ECLI:EU:C:2016:527). De voorzitter acht het, nu klager mede bezwaar maakt tegen de productpagina wegens de getoonde prijs, aangewezen adverteerder in staat te stellen zich over deze kwestie uit te laten en beslist derhalve als volgt.
De beslissing van de voorzitter
De voorzitter stelt adverteerder in de gelegenheid zich binnen veertien dagen na deze beslissing schriftelijk uit te laten over de vraag of de onderhavige wijze van adverteren, waarbij men pas in het stadium van bestellen de uiteindelijke prijs ziet, voldoet aan de regelgeving”.
E-mail van 27 september 2017 van adverteerder
Namens adverteerder (hierna: Media Markt) is onder meer het volgende meegedeeld.
Hieronder maakt Media Markt gebruik van de gelegenheid om aan te tonen waarom de onderhavige wijze van adverteren, waarbij de consument pas in het stadium van bestellen de uiteindelijke prijs ziet, voldoet aan de regelgeving.
Daarbij dient aandacht te worden besteed aan de volgende twee onderdelen:
1.
Wat leert de (reclame)regelgeving op het gebied van het vermelden van de prijs vanhet product bij koop op afstand (via een webshop) en
2.
Is het vermelden van de uiteindelijke prijs bij het plaatsen van de bestelling (in het winkelwagentje) vóór het afrekenen van het product in de webshop toegestaan?
Ad 1.
De voorzitter gaat er in de tussenbeslissing vanuit dat de prijs na korting pas te zien is, zodra de consument het product in de winkelwagen heeft geplaatst en dat die uiteindelijke prijs dus niet zichtbaar is op de "productpagina" .
Dit uitgangspunt wordt door Media Markt niet betwist. Zij voegt er wel aan toe dat op de homepage van de website, waar de webshop een onderdeel van vormt, met een opvallende banner is vermeld dat alleen op die bewuste dag 15% korting zou worden verleend, met de opmerking in kleine letters daaronder dat de "Korting wordt verrekend in de winkelwagen."
De vraag is, aldus de voorzitter, of een dergelijke wijze van het tonen van de uiteindelijke prijs voldoet aan de informatievoorschriften van artikel 8.4 aanhef en onder c van de Nederlandse Reclamecode (NRC), zoals deze voorschriften in samenhang met de Prijzenwet dienen te worden uitgelegd, meer in het bijzonder artikel 2b Prijzenwet en artikel 3 lid 1 Besluit Prijsaanduiding Producten. De voorzitter verwijst hierbij vervolgens nadrukkelijk naar een uitspraak van het Hof van Justitie van 7 juli 2016.
Het is belangrijk onderscheid te maken tussen de normale (consumenten)koop en de (consumenten)koop op afstand, aldus MediaMarkt. Ook de NRC maakt onderscheid tussen "normale" algemene reclame-aanbiedingen en digitale aanbiedingen (bijvoorbeeld via een webshop).
Op een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand is artikel 8.4 onder c NRC niet van toepassing. Wel is artikel 8.4 leden f t/m s NRC van toepassing. Zo dient, aldus het bepaalde onder i, de prijs inclusief de belastingen te worden genoemd. Daarnaast is de adverteerder verplicht, als het gaat om een product waarvan de prijs redelijkerwijs niet vooraf kan worden berekend, de manier waarop de prijs wordt berekend te vermelden. En indien van toepassing dienen ook alle extra vracht-, leverings- en portokosten vermeld te worden. Indien deze kosten redelijkerwijs niet vooraf kunnen worden berekend, dient te worden aangegeven dat deze extra kosten ook voldaan dienen te worden.
Overigens ontbreekt in de NRC een bepaling die een adverteerder verplicht de prijs te noemen op de "productpagina", zoals de voorzitter dat specifiek in zijn vraagstelling heeft geformuleerd.
De informatieplicht, zoals geformuleerd in artikel 8.4 NRC, komt er kort gezegd op neer dat een aanbieder van een product op een webshop een prijs moet aangeven waarin alle componenten begrepen zijn, of, in ieder geval, als dat niet mogelijk is, alsdan dient te vermelden hoe de eventuele extra kosten berekend zullen worden. Daarbij is niet aangegeven "'waar" of op welke pagina van de website/webshop dat dient te gebeuren.
In de onderhavige casus is het product niet aangeboden voor een prijs, waar nog extra kosten bij opgeteld moesten worden en/of waarbij informatie over extra kosten voor de consument niet zichtbaar was. Het ging hier immers over een korting op de prijs, waarover op de website, waarvan de webshop een onderdeel vormt, alle informatie was aangegeven, zoals dat de 15 % korting alleen geldig was op die specifieke dag en verrekend zou worden in het winkelmandje. Deze manier van korting toepassen is in de optiek van Media Markt niet strijdig met de regelgeving en kan niet worden opgevat als misleidende reclame.
Ad 2.
Deze vraag dient naar de mening van MediaMarkt bevestigend te worden beantwoord,. Zij voert daartoe het volgende aan.
Voor koop op afstand gelden aanvullende eisen, die betrekking hebben op de wijze waarop de (consumenten)koop op afstand tot stand komt. De koop komt pas tot stand, nadat de consument in staat is gesteld - alvorens de bestelling te plaatsen - over alle relevante informatie te beschikken omtrent het product en de prijs.
Zoals hiervoor uiteengezet, werd de consument via de homepage geïnformeerd over de toepassing van de korting in de winkelmand en was de prijs (weliswaar zonder korting maar met inbegrip van alle extra kosten, zoals de BTW) genoemd bij het product, alvorens de consument de bestelling kon plaatsen. Het plaatsen van de bestelling gebeurt niet meteen met het plaatsen van het product in de winkelmand, maar komt pas tot stand zodra op de knop 'betaling' is gedrukt. Alvorens de consument dat kon doen, heeft hij in de winkelmand kunnen zien dat de korting was toegepast. Aan de aanvullende eisen inzake de informatieverplichting van de handelaar/adverteerder bij koop op afstand is hiermee evident voldaan.
Media Markt acht het door de voorzitter genoemde arrest uit juni 2016 van het Hof van Justitie over een krantenadvertentie minder relevant. In dit verband wijst zij erop dat deze kwestie, anders dan de onderhavige, geen koop op afstand betrof.
Het oordeel van de Commissie
De Commissie stelt voorop dat klager de uitingen in strijd met de waarheid vindt, en daartoe heeft aangevoerd dat adverteerder de in de uitingen genoemde korting van 15% in werkelijkheid niet geeft.
De Commissie deelt het oordeel onder 1 in de tussenbeslissing van de voorzitter, dat niet is gesteld of gebleken dat adverteerder geen korting zou hebben verleend, indien klager het desbetreffende product in de winkelwagen zou hebben geplaatst, en dat klagers bezwaar tegen de radiocommercial en tegen de website www.mediamarkt.nl, voor zover op de homepage melding wordt gemaakt van de actie “15% korting op Sony tv’s, audio & foto*” en daarbij onder meer wordt meegedeeld: “Korting wordt verrekend in de winkelwagen”, om die reden niet kan slagen.
In de tussenbeslissing heeft de voorzitter afzonderlijk, ten aanzien van de in die beslissing als zodanig aangeduide ‘productpagina’ -samengevat- het volgende overwogen.
Nu de prijs na (15%) korting niet al op de productpagina wordt getoond, maar pas in het kader van het bestelproces, dat aanvangt met het plaatsen van het product in de winkelwagen, is het de vraag of daarmee voor wat betreft het tonen van de uiteindelijke prijs wordt voldaan aan artikel 8.4 onder c NRC, zoals deze bepaling, aldus de voorzitter, in samenhang met de Prijzenwet en het Besluit prijsaanduiding producten moet worden uitgelegd.
Mede gelet op de reactie van MediaMarkt op de tussenbeslissing beantwoordt de Commissie deze vraag als volgt.
De Commissie deelt het standpunt van MediaMarkt dat artikel 8.4 onder c NRC in dit geval niet van toepassing is, nu er in dit geval sprake is van een uitnodiging tot aankoop in verband met een overeenkomst op afstand. In plaats daarvan acht de Commissie, wat betreft de vermelding van de totale prijs, artikel 8.4 aanhef en onder i NRC van toepassing. Volgens deze bepaling dient de totale prijs in de zin van 8.4 onder i “op duidelijke en begrijpelijke wijze” verstrekt te worden. Naar het oordeel van de Commissie is aan deze bepaling voldaan. Weliswaar is de bewuste 15% korting nog niet verwerkt in de op de productpagina genoemde prijs van € 970,-, maar gelet op de mededelingen op de homepage “15% korting op Sony tv’s, audio & foto (…)” en “Korting wordt verrekend in de winkelwagen” acht de Commissie het voldoende duidelijk dat de totale prijs € 970,- minus 15% is, en dat men het betreffende bedrag in de winkelwagen bevestigd zal zien, voordat men tot betaling overgaat.
Gelet op het bovenstaande wordt als volgt beslist.
De beslissing
De Commissie wijst de klacht af.