Danny Hands Schilders - Reclamefolder ondanks Nee/Nee sticker
04 januari 2018
Status:
Compliant. Er is gevolg gegeven aan deze beslissing.
Datum:
21 december 2017
Dossiernr:
2017/00799
Uitspraak:
VT (=voorzitterstoewijzing)
Product / dienst:
Vastgoed
Motivatie:
Bijzondere Reclamecode
Medium:
Ongeadresseerd drukwerk
De klacht
Klager maakt bezwaar tegen het wederom ontvangen van een reclamefolder van afzender. Klager heeft door middel van een NEE/NEE sticker op zijn brievenbus kenbaar gemaakt geen ongeadresseerd reclamedrukwerk te willen ontvangen. Op de klacht die klager hierover bij e-mail van 9 oktober 2017 aan afzender heeft gezonden, heeft deze op volgens klager onbevredigende wijze gereageerd.
Het verweer
Afzender biedt excuus aan en deelt mee geen ongewenste reclame meer bij klager te gaan bezorgen.
Het oordeel van de voorzitter
Als onweersproken is komen vast te staan dat de van afzender afkomstige folder is gedeponeerd in klagers brievenbus, die was voorzien van een NEE/NEE sticker in de zin van de Code Verspreiding Ongeadresseerd Reclamedrukwerk (Code VOR). Met deze sticker wordt kenbaar gemaakt dat de bewoner geen ongeadresseerd reclamedrukwerk (en geen huis-aan-huisbladen) wenst te ontvangen. Nu desondanks de bewuste folder in klagers brievenbus is gedeponeerd, en afzender niet naar tevredenheid heeft gereageerd op de e-mail die klager naar aanleiding hiervan op 9 oktober 2017 aan afzender heeft verzonden, is artikel 3.1 van de Code VOR overtreden. Ingevolge dit artikel dienen afzenders en verspreiders ieder voor zich en in gezamenlijk overleg alle maatregelen en voorzieningen te treffen die noodzakelijk zijn teneinde de respectering van de op bijlage 1 bij de Code VOR vermelde stickers te bereiken en voor de verdere uitvoering en naleving van de Code VOR.
Op grond van het voorgaande wordt als volgt beslist.
De beslissing van de voorzitter
Afzender heeft artikel 3.1 van de Code VOR overtreden en de voorzitter beveelt afzender aan om voortaan niet meer op een dergelijke wijze reclame te maken.
Regeling:
VOR art. 3.1