Beroepsbeeld
Patiënten die lichamelijke problemen ondervinden die verband houden met het bewegingsstelsel, kunnen bij een fysiotherapeut terecht. Je behandelt personen met klachten over spieren, gewrichten, bewegingen, houding enzovoorts. Bij de aanvang van de behandeling onderzoek je de patiënt en op basis van je bevindingen start je een bepaalde therapie. In overleg met de patiënt stel je een behandelplan op. In de fysiotherapie worden diverse technieken toegepast, afhankelijk van de aard en de ernst van de lichamelijke klachten. Een techniek die je veel zal toepassen is massage, maar ook bewegingstherapie, het uitvoeren van lichamelijke oefeningen, het toepassen van warmte en elektrotherapie worden gebruikt. Als blijkt dat een bepaalde behandeling niet leidt tot vermindering van de klachten, pas je het behandelplan aan. Je hebt te maken met patiënten die moeten revalideren na ziekte of ongeval, maar je behandelt ook chronisch zieke patiënten en personen met een aangeboren beperking.
Beroepseisen
Een fysiotherapeut moet voortdurend op de hoogte blijven van de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied. Je werkt met mensen, dus je moet sociaal, hulpvaardig en communicatief zijn. Goed kunnen luisteren naar de beschrijving van de klachten die een patiënt geeft, is een vereiste. Je moet oog hebben voor het karakter van de patiënt en de manier waarop hij of zij omgaat met lichamelijke beperkingen en pijn. Je moet de patiënt kunnen motiveren om dagelijks bepaalde oefeningen uit te voeren en om voldoende te bewegen. Een fysiotherapeut die een eigen praktijk heeft, moet bovendien zakelijk inzicht hebben en de patiëntenadministratie in orde houden.
Werkomstandigheden
Als fysiotherapeut heb je vaak een eigen praktijk. Je kunt ook werken in een ziekenhuis, revalidatiecentrum of een andere zorginstelling.