Beroepsbeeld
Als verloskundige begeleid je vrouwen tijdens hun zwangerschap, de bevalling en de kraamtijd.
Gedurende de zwangerschap volg je moeder en kind nauwlettend. Je voert controles uit, waarbij je bijvoorbeeld de hartslag meet en de ligging van het kind onderzoekt. Tijdens de bevalling ondersteun je zowel moeder als kind en houd je in de gaten of er geen complicaties optreden. Zodra de moeder bevallen is, controleer je onder andere de gezondheid van moeder en kind. Na de bevalling ga je regelmatig op huisbezoek om te controleren hoe het kind zich ontwikkelt. Een verloskundige begeleidt alleen normaal verlopende zwangerschappen. Bij eventuele complicaties verwijs je door naar een gynaecoloog, huisarts of andere specialist. Tot je taak behoort ook het geven van voorlichtingen aan (aanstaande) ouders.
Beroepseisen
Je moet goed tegen onregelmatige werktijden kunnen. Een verloskundige moet bijvoorbeeld de hele week beschikbaar zijn (ook ’s nachts), maar ook in het weekeind en op feestdagen. Het is belangrijk dat je een vertrouwensband weet op te bouwen met de (aanstaande) moeder, omdat een bevalling een emotioneel ingrijpende gebeurtenis is. Een verloskundige heeft dan ook een warme en betrokken persoonlijkheid en ondersteunt waar nodig. Je beschikt ook over goede communicatieve vaardigheden, want je hebt regelmatig overleg met artsen, gynaecologen en andere specialisten. Ten slotte moet je ook administratieve vaardigheden bezitten. Je houdt namelijk een administratie bij van de hele zwangerschapsperiode.
Werkomstandigheden
Een verloskundige kan op diverse werkplekken aan de slag. Je kunt bijvoorbeeld werken in: een ziekenhuis, onderzoeksinstituut, een echocentrum, bij de thuiszorg, in een gezondheidscentrum, of je hebt een eigen praktijk. Je bent meestal op de instelling aanwezig, maar bij thuisbevallingen werk je op locatie en na de bevalling leg je regelmatig huisbezoeken af.