Beroepsbeeld
Het overgrote deel van de werkzaamheden van een auteur bestaat, logischerwijs, uit schrijven. Meestal begint het met een idee wat in de auteur opkomt en dit gaat hij uitwerken. Je verzamelt op allerlei manieren informatie, bijvoorbeeld door interviews af te nemen, of historische documenten op te zoeken. Vervolgens begin je met het uitwerken van het concept. Als het concept af is, moet het nog geredigeerd worden. Je kijkt dan of de stijl klopt, de grammatica juist is, enzovoort. Vervolgens stuur je het naar de uitgever. Als je geen contract hebt met een uitgeverij, moet je ervoor zorgen dat jouw boek uitgegeven gaat worden. Je stuurt het manuscript dan naar verschillende uitgeverijen, of naar een literair agent. Als het je lukt om je boek gepubliceerd te krijgen, moet je vaak “de boer op” om je boek te promoten en er zo voor te zorgen dat het goed verkocht wordt.
Beroepseisen
Als auteur moet je een scherp waarnemingsvermogen bezitten. Het gaat erom, dat je alles wat je om je heen waarneemt om kan zetten in een idee voor een boek. Als je geen inzicht in het doen en laten van de mens hebt, zal dit voor de lezer niet overtuigend zijn. Daarnaast moet je een grote dosis fantasie bezitten. Je moet een hele eigen wereld kunnen scheppen en daarin het verhaal van het boek kunnen vertellen.
Werkomstandigheden
Een auteur kan in dienst zijn van een tijdschrift of een dagblad, maar de meeste auteurs werken voor zichzelf. Je werkt vrijwel altijd thuis, soms op de redactie, of in een eigen schrijfruimte. Als je voor je zelf werkt, ben je feitelijk in dienst van een uitgeverij. Die zorgt ervoor dat je boek gepubliceerd en verkocht wordt en jij krijgt een deel van de opbrengsten.
