Beroepsbeeld
Een tolk vertaalt gesprekken uit een vreemde taal naar de moedertaal. Het kan voorkomen dat de tolk ook terugvertaalt van de moedertaal naar de vreemde taal. In dit geval spreken we over een gesprekstolk. Tolken kan op twee manieren: consecutief en simultaan. Bij het consecutief tolken wordt er eerst gesproken en pas daarna vertaald. Als een tolk simultaan tolkt, vertaalt hij tijdens het gesprek. Dit gebeurt vaak bij internationale conferenties, als er meerdere mensen uit verschillende landen het gesprek moeten volgen terwijl het nog bezig is. Vaak doet je als tolk voorafgaand aan een opdracht onderzoek naar bepaalde vaktermen. Als je bijvoorbeeld een gesprek op het gerechtshof vertaalt, is het goed dat je op de hoogte bent van juridische termen. Tolk is een afwisselend beroep; je werkt met veel verschillende mensen op verschillende plaatsen. Het is wel zo dat je vaak op onregelmatige tijden aan het werk bent.
Beroepseisen
Een tolk moet de zowel de moedertaal als de vreemde taal vloeiend beheersen. Een kleine misvertaling kan immers leiden tot grote problemen. Verder is het belangrijk dat een tolk snel kan denken en zich goed kan inleven in de situatie. Er moet meestal zo snel en zo goed mogelijk vertaald worden en een tolk moet dan ook goed tegen stress kunnen en een langdurige concentratie weten op te brengen. Het spreekt voor zich dat een tolk zich goed moet kunnen uitdrukken. Een goede articulatie en goed verstaanbaar zijn, is van wezenlijk belang.
Werkomstandigheden
Als tolk werk je meestal op freelance- basis. Je wordt dan ingehuurd, bijvoorbeeld door internationale bedrijven en multinationals, een gerechtshof, of een ambassade. Een tolk kan ook bij de overheid aan de slag. In dat geval werk je bijvoorbeeld op een ministerie, of voor het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers.